Sportvisserij betaalt beroepsvissers
PUTTEN – De komende vier jaar wordt er niet beroepsmatig op schubvis op de zuidelijke randmeren gevist. De twee beroepsvissers en Sportvisserij MidWest Nederland hebben daarvoor een overeenkomst getekend. De partijen spreken over een uniek experiment.
Op de zuidelijke randmeren zijn twee beroepsvissers actief: Jan Wormsbecher (HK 173) en Gerard Heimensen (PU 3). Sinds een jaar of tien krijgen zij van Sportvisserij MidWest Nederland jaarlijks een (dalend) quotum om in de periode november tot half maart op brasem te zegenen. Het afgelopen jaar was dat voor elk nog maar 25 ton, een hoeveelheid die in twee visweken ‘glansrijk’ opgevist kon worden.
Over één ding zijn sport en beroep het roerend eens. De visstand op het Gooimeer, Eemmeer en Nijkerkernauw (samen de zuidelijke randmeren genoemd) is de afgelopen jaren drastisch veranderd. Het water is helder en plantenrijk geworden, de visstand is afgenomen. Het quotum voor de vissers dreigde opnieuw verlaagd te worden. Ook snoekbaars is er minder geworden, Wormsbecher vermoedt dat die verkast is naar het dikkere water op het Markermeer.
Kern van de afspraken is dat vier jaar lang in de betreffende meren niet met de zegen op brasem en blankvoorn gevist gaat worden. In de tussentijd wordt samen onderzocht hoe de visstand zich ontwikkelt. De visserij met fuiken op aal (van december tot september) gaat gewoon door. Over vier jaar wordt het experiment geëvalueerd.
De inkomstenderving voor beroepsvissers als gevolg van de visserijstop wordt door de sportvisserij betaald. Daarvoor gaan de HK 173 en PU 3 elk tien dagen in het seizoen de visstand bemonsteren, in aanwezigheid van sportvissers. Na het tellen en meten wordt de brasem, blankvoorn en kolblei weer overboord gezet.
De hoop en verwachting is dat de visstand zich te zijner tijd zodanig heeft hersteld dat de vangsten van sportvissers weer zijn toegenomen en een deel van de brasem en blankvoorn weer door beroepsvissers te vangen is. Ook de overlast van waterplanten is dan hopelijk afgenomen. Einddoel is dat de zuidelijke randmeren een ‘paradijs’ voor alle waterrecreanten wordt, aldus de partijen in een gezamenlijke verklaring.
Woordvoerder Maikel van Breugel van Sportvisserij Mid-West Nederland meldt via de regionale media dat de afspraken met de beroepsvissers ook moeten voorkomen dat partijen bij de rechtbank zouden steggelen over het quotum. Als huurder van het schubvisrecht is de sportvissersfederatie door de staat verplicht de vissers een schriftelijke toestemming te verlenen voor het uitoefenen van de zegenvisserij op de randmeren.
Sportvisserij MidWest Nederland behartigt als federatie de belangen van 104 hengelsportverenigingen en daarmee 133.000 sportvissers. Het werkgebied bestaat uit het midden en noordwesten van Nederland.