Lichtpuntje voor aal
SPAKENBURG – Het wachten is op de cijfers van Wageningen Marine Research, maar de glasaalintrek die dit jaar door RAVON werd gemonitord liet de hoogste cijfers sinds 2000 zien.
De kennisorganisatie RAVON (voor bescherming van reptielen, amfibieën en vissen) monitort jaarlijks de intrek van glasaal. De tellingen komen van 40 locaties langs de Nederlandse kust waar vrijwilligers met een kruisnet monitoren. Dit gebeurt met name bij obstakels op de migratieroute van de aal, zoals gemalen en sluizen. Hiermee worden behalve voor aal ook de migratieknelpunten voor andere soorten, zoals de driedoornige stekelbaars, in beeld gebracht, zodat waterbeheerders maatregelen kunnen nemen om de intrekmogelijkheden te verbeteren.
Op dit moment is het intrekseizoen voor 2018 ten einde. Uit de metingen blijkt dat langs de Nederlandse kust de aantallen intrekkende glasaaltjes een stuk hoger liggen dan het gemiddelde sinds 2000. In de kruisnetmonitoring van het programma ‘Ecologische Verbindingszone Noordzeekanaal en Ommelanden’ bijvoorbeeld lag het gemiddeld aantal glasalen per trek bijna 6 keer hoger dan in 2017. In de projecten ‘Samen voor de Aal Zuid-Holland’ en ‘Samen voor de Aal Zeeland’ lagen de gemiddelden dit jaar respectievelijk rond de 4 en 2,5 keer hoger dan vorig jaar. RAVON ziet dit intrekseizoen dan ook als een lichtpuntje voor de aal, maar wijst er ook op dat deze hogere intrek nog altijd in de orde van slechts 5 procent zit ten opzichte van de intrek van zo’n 50 jaar geleden.
Overvloed
Voorzitter Alex Koelewijn van DUPAN (de koepel Duurzame Palingsector Nederland): ,,De bevindingen van RAVON zijn in lijn met wat we al jaren zien in Zuid-Europa en passen ook bij wat we in Nederland zien de laatste jaren. Er is gewoon wilde aal in overvloed. En als er geen illegale export van glasaal was naar Azië, dan waren de prijzen die we moeten betalen voor glasaal om uit te zetten ook een stuk lager.’’
Koelewijn is wel voorzichtig met het geven van een wetenschappelijke status aan het RAVON-werk. ,,Het zijn immers geen vakkundige beroepsvissers die in opdracht werken van de overheid, en de door RAVON gebruikte methodieken en technieken wijken soms af van de officiële WUR M&R-methoden. Meer samenwerking met de sector zou dit verschil kunnen oplossen. Het touwtje hangt bij de deur van de sector al sinds 2010 uit de brievenbus. Mijn oproep aan RAVON: trek eens aan dat touwtje!” De wetenschappelijke cijfers van WUR Marine Research, die komend najaar pas beschikbaar komen, worden met spanning tegemoet gezien. Koelewijn heeft al wel signalen opgevangen dat ook die cijfers een toename van de glasaal-intrek zullen laten zien.