Grenzeloos samenwerken loont
MIDDELBURG – Samenwerken over de grenzen loont. Aldus Zeeuwse en Vlaamse onderzoekers en ondernemers in aquacultuur. Vorige week woensdag vond de feestelijke afsluiting plaats van het Europese project Aquavlan2 (zie kader). Drie ondernemers deelden ervaringen, programmacoördinatoren vatten de resultaten samen en een panel besprak een toekomst vol uitdagingen in de regio, met omegabaars, oesters en mosselen.
HZ University of Applied Sciences, een van de Nederlandse HBO-instellingen, ontving op woensdag 11 september tachtig ondernemers, onderzoekers en andere betrokkenen. Het betrof de afronding van het grensoverschrijdende aquacultuurprogramma Aquavlan2, dat was opgezet als een mini-symposium. Drie jaar lang is inspannend, innovatief en succesvol in de grensregio samengewerkt.
In zijn openingsspeech stelde de Zeeuwse gedeputeerde Jo-Annes de Bat vast dat Aquavlan2 haar doelen heeft bereikt wat betreft kennisontwikkeling, regionale samenwerking van bedrijven en opleiding van toekomstige werkers in de zoete en zilte aquacultuur. De provincie Zeeland ondersteunde het project en staat open voor meer aquacultuur.
Vismeelvrij visvoer
Vaast Vanoverschelde (Empro Europe NV, verwerker van slachtafval uit de pluimvee-industrie), Donaat Mortelmans (TREVI, mestvergister en milieutechnologisch adviseur) en Adri Bout (Seafarm, kweker van tarbot, oesters en tong) getuigden dat Europa hun bedrijven vooruit heeft geholpen.
Empro is er in geslaagd om een vismeelvrij visvoer te produceren voor forel, op basis van kippenveren. TREVI kan dankzij de Aquavlan2-samenwerking nu de tachtig procent water die mest bevat zodanig zuiveren dat het geschikt is voor visteelt, en is nu op zoek naar wegen om de vaste stof uit mest om te zetten in visvoer. Beide Belgische ondernemers benadrukken dat het via vouchers gefinancierde onderzoek het investeringsrisico heeft verlaagd. Zonder Aquavlan2 geen nieuw type visvoer en geen zuiver water uit mest.
Tarbot en tong
De Zeeuwse ondernemer Adri Bout zet niet alleen zijn projectervaringen, maar ook de recente successen van Seafarm stevig neer. Aquavlan2 is vooral belangrijk geweest vanwege het netwerk bedrijfscontacten. ,,Door dit onderzoek deden we nieuwe ervaringen op, die we konden delen. Daardoor leer je elkaar waarderen en vervolgens deel je steeds makkelijker nog meer kennis. Na dat delen komt het vermenigvuldigen. We deelden fouten, maar gelukkig ook veel successen.”
Bij de successen van Seafarm hoort zeker de opkweek van jonge tarbot in zodanige aantallen, dat ze als pootvis beschikbaar kunnen komen voor andere bedrijven. Een stap die Bout ook wil maken in de tongkweek; nieuwe broedstockbassins voor de tong zijn zojuist afgeleverd. Interessant is ook te vernemen dat Seafarm actief is geworden in het ontwerpen van kweeksystemen voor buitenlandse bedrijven. Onderzoek samen met de Zeeuwse Hogeschool leidde tot de ontdekking dat groen led-licht de groei van jonge tarbot evenals van tong bevordert en hun immuunsysteem robuuster maakt.
Hoogtepunten
Programmacoördinatoren Jasper Houcke (HZ University) en Wouter Meeus (Vlaamse onderwijsinstelling Odisee) geven samen een overzicht van de hoogtepunten van Aquavlan2. Het Europese onderzoeksprogramma omvatte de gehele voedselketen van alg en eencellige organismen tot vis en schelpdier. En via aquaponics (het combineren van conventionele aquacultuur met het kweken van planten) werd zelfs de tomaat bereikt. De 19 toegekende vouchers voor onderzoeksvragen waren goed voor 300.000 euro aan onderzoek en leverden 15 direct toepasbare resultaten en producten op.
Na het onderzoek en de vouchers komen de studenten van HZ University en Odisee, de ondernemers van morgen. HZ University richt zich qua onderzoek en opleiding vooral op zilte aquacultuur en Odisee op het zoete water. Met bijna 200 cursisten in drie jaar is de basis gelegd voor een groeiende aquacultuursector in Vlaanderen en Zeeland. Bootcamps werden georganiseerd voor jonge ondernemers en dit leverde zes Nederlandse en vier Vlaamse start-ups op, waaronder producenten van vis, garnalen en wieren.
Onbetaalbaar
Het formele deel van de dag eindigde met een paneldiscussie over de toekomst van de aquacultuur. Panelleden waren de ondernemers Adri Bout (Seafarm) en Stijn van Hoestenberghe (Aqua4C, bioloog en producent van omegabaars), Johan Verreth (emeritus professor WUR), Karel Vanhulle (beleidsraadgever Vlaamse ministerie van Landbouw en Visserij) en Wouter Meeus (Odisee). In een boeiende discussie kwamen verschillende zaken aan de orde: noodzakelijke beleidsmatige overheidssteun, de betekenis van certificaten zoals ASC en GlobalGAP, het belang van kennisontwikkeling en opleiding, de financiering van bedrijven en nieuwe ontwikkelingen.
Het ontbreken van een gemeenschappelijk platform van producenten is een groot gemis, want afzonderlijk stellen de bedrijven te weinig voor, maar gezamenlijk zouden ze wel degelijk gehoord worden. ,,Er wordt gepraat over u, maar niet met u”, benadrukt beleidsmedewerker Jaap Broodman (provincie Zeeland). ASC-certificatie als bewijs van duurzame kweek is haast onbetaalbaar. Van Hoestenberghe - hij levert aan Delhaize (Ahold) - adviseert: ,,Ga in gesprek, gebruik de Good Fish Foundation als intermediair en volg hun adviezen op.’’
Verreth licht toe waarom certificering in de toekomst wellicht minder strikt zal zijn: ,,De vraag in Azië naar vis is namelijk groot en certificering heeft daar geen prioriteit. Hierdoor zal de voorziening van EU-markten met vis onder druk komen te staan wanneer supermarkten rücksichtslos vast blijven houden aan ASC en ook MSC. Dat gaan ze dus niet doen.’’
Volmondig ja
Was Aquavlan2 een succesvol programma? Tijdens de gesprekken onder de lunch klinkt een volmondig ja. De coördinatoren en onderzoekers reageren enthousiast. En ook deelnemende ondernemers zijn zonder uitzondering ingenomen met de bereikte resultaten, de mogelijkheden die ze zien voor nieuwe producten en markten en bovenal met het relatienetwerk dat is ontstaan.
Jan Willem Henfling
WAT IS AQUAVLAN2?
Dit Europese Interregionale programma ondersteunde de afgelopen drie jaar bedrijven in de aquacultuur- en glastuinbouwsector in de grensregio Vlaanderen-Nederland met technische innovatie. Naast onderzoek in specifieke thema’s beantwoordden de projectpartners themagerichte onderzoeksvragen van individuele ondernemers via een vouchersysteem. De onderzoeksthema’s betroffen: het sluiten van kringlopen binnen de zoetwateraquacultuur en de maricultuur, een zoektocht naar vismeelarme voeders voor de aquacultuur en het voorkomen van grondsmaak in kweekvis. De projectpartners waren: Inagro, de Universiteit van Gent, de HZ University of Applied Sciences (Middelburg), de Hogeschool Odisee (Brussel en St Niklaas), het PCG (proefstation groenteteelt te Kruishoutem), het ILVO (het Vlaamse Instituut voor Landbouwkundig en Visserijonderzoek) en Empro Europe (verwerker slachtafval pluimvee-industrie). Het programma, met een totaal bedrag van 3,5 miljoen euro, werd gefinancierd door de EU (50 procent) en de provincies Zeeland, West- en Oost-Vlaanderen. Vijftien bedrijven kwamen in aanmerking voor een van de vouchers (maximaal 30.000 euro per onderzoeksopdracht, uitgevoerd door de deelnemende onderzoeksinstellingen).