Strop voor gedupeerde binnenvissers
De staatssecretaris zei dat vorige week donderdagmiddag in de Tweede Kamer in het plenaire debat over de begroting van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Een dag eerder schreef Bleker nog dat hij van mening was te werken aan een reële tegemoetkoming zonder een gouden randje.
Binnenvissers die vanaf april niet meer mogen vissen op paling en wolhandkrab in aangewezen dioxine-wateren blijken er zeer bekaaid vanaf te komen voor wat betreft de schadevergoeding van de overheid. Alles bij elkaar niet meer dan 2,5 miljoen euro. Met alle cijfers in de hand spreekt de staatssecretaris nu zelf ook over een ´teleurstellend bescheiden uitkomst´.
Op voorwaarde dat hij binnen Europese kaders voor steunmaatregelen blijft, zei Bleker toe maximale inzet te willen plegen om getroffen vissers ruimer tegemoet te kunnen komen. De eerste contacten met de EU over dit onderwerp zijn reeds gelegd. Bij monde van SGP-woordvoerder Elbert Dijkgraaf werd de staatssecretaris dank gezegd voor zijn ´mooie toezegging´. Bleker reageerde daarop dat zijn inzet geen garantie is voor succes.
Begin dit jaar zei Bleker toe dat hij de gevolgen voor de vissers op ´een nette manier´ wil oplossen en ook vissers werd een ´degelijke´ regeling in het vooruitzicht gesteld. ,,Een man een man, een woord een woord. Het is de overheid die de vervuilde rivierbodems jarenlang heeft verhuurd aan de beroepsvisserij en de vervuiling niet heeft aangepakt´´, hield Dijkgraaf de staatssecretaris vorige week in het debat voor.
De totale schade voor de getroffen vissers in dioxinewateren wordt door de overheid globaal geschat op krap 6 miljoen euro, zo blijkt uit een kamerbrief van staatssecretaris Bleker van vorige week. Dat betreft omzetderving, inkomensverlies doordat geen vergunningen aan derden uitgegeven kunnen worden en waardedaling van vangstrechten.
Bleker bewandelt drie sporen om binnenvissers tegemoet te komen. Spoor 1 betrof het terugbetalen van aan de staat betaalde huurgelden. Dat bedrag is volgens de Combinatie van Beroepsvissers echter verwaarloosbaar. De staatssecretaris noemt aan de Tweede Kamer ook geen bedrag. De meeste vissers betalen hun pacht echter achteraf. Desgevraagd noemt het ministerie een bedrag van 8.235,26 euro.
Van de 78 bedrijven en corporaties die benaderd zijn voor het indienen van een aanvraag voor tegemoetkoming van het rijk van gemaakte kosten die niet meer terug kunnen worden verdiend (uitsluitend voor niet-afgeschreven bedrijfsmiddelen), hebben 44 bedrijven gereageerd. Daarvan zijn nu 27 bedrijven (deels) op basis van ontvangen taxatierapporten uitbetaald, en resteren er nog 17. De totale tegemoetkoming in dit zogeheten ´spoor 2´ wordt geschat op 2,5 miljoen euro.
In spoor 3 wordt vangstverlies van schone aal en wolhandkrab vergoed. Het aandeel van schone paling blijkt hooguit echter slechts 3,5 procent te zijn van de omzetderving van naar schatting 1,5 miljoen euro per jaar. Voor wolhandkrab moet het schone percentage nog berekend worden. De omzetderving voor wolhandkrab in de gesloten wateren wordt door de overheid geschat op niet meer dan 150.000 euro. Van deze tegemoetkoming wordt echter de compensatie voor verloren schieraalvangsten in september, oktober en november afgetrokken. Per saldo beuren de vissers dan niets, zo berekent de Combinatie van Beroepsvissers.
De Tweede Kamer is van meet af kritisch over deze 3-sporenregeling en nam in juli een motie aan om de totale schade in kaart te brengen. Het bleef lang stil, tot het ministerie vorige maand de vissers opriep om zelf gegevens aan te leveren. Tot verbazing bleek begin vorige week het ministerie ook zelf een inschatting te hebben gemaakt van de schade. Naar het oordeel van de Combinatie van Beroepsvissers is de werkelijke schade echter vele malen hoger. In een spoedoverleg met de overheid is vorige week aangegeven dat bijvoorbeeld de palingomzet per jaar zeker 1 miljoen hoger ligt, en ook dat de jaaromzet aan wolhandkrab normaliter rond de 1 miljoen euro moet liggen.